Konijnenpels

De huid is het grootste orgaan en heeft als functie; bescherming van de inwendige organen en weefsels tegen uitdroging en beschadiging, heeft een gevoelsfunctie, uitscheidingsorgaan en regelt mede de lichaamstemperatuur. De huid bestaat uit de opperhuid en lederhuid. De opperhuid heeft twee lagen, de hoornlaag (dode verhoornden cellen) en slijmlaag (levende cellen). De onderliggende lederhuid wordt gevormd door bindweefsel waar zich kleine bloedvaatjes en tastlichaampjes bevinden. De lederhuid gaat weer geleidelijk over in het onderhuidsvetweefsel. Aan de buitenzijde van het lichaam aan de opperhuid zit weefsle die de taken van het bedekkingsweefsel helpen versterken. Tot deze vorming behoren haren, nagels en eelt.

 

Haren ontstaan in inzinkingen van de slijmlaag in de lederhuid, de haarzakjes. Het onderste gedeelte is de haarknop. Het haar bestaat uit de haarschacht en de haarwortel. De uitwendige haarschacht heeft een kern van merg. Deze streng kan zeer sterk ontwikkeld zijn en bepaalt de stevigheid van het haar. De sterkte is bij de verschillene konijnenrassen zeer verschillend. Dikke en sterke haren hebben een stevige mergstreng en bij de dunste haren ontbreekt de mergstreng of is zeer nauwelijks aanwezig. Rond het haarmerg zit het haarschors en is het hoofdbestandeel van een haar en bestaat uit sterke hoornachtige cellen en is veel vaster dan haarmerg. Het haarmerg bestaat uit dode cellen die recht op elkaar liggen. Hoorncellen van de haarschors zijn door elkaar gevlochten en gaan spiraalvormig naar boven en vormen een solide laag.

De haarsoorten van een konijn

 

Er zijn meerdere type haarsoorten bij konijnen, dit noemen we haarstructuren.Normaal beharing, Angora, Voskonijn, Satijn en Rex. Op uitzondering van de Angora beharing heeft een konijn 4 soorten haren, 5 als men de tastharen meerekent.

Leitharen: ook wel “spitsen” genoemd. Dit zijn duidelijk uitstekende haren op de lichaamszijde wat het meest duidelijk te zien is bij de Zilvervos en Tankonijn. Ze hebben net als de dekharen 4 kleurzones en blijven daarom vaak ongezien.

Dekhaar: Op het hele lichaam zitten glanzende dekharen waarbij de nek en tussen de oren minder van deze haren zitten. Het dekhaar is van de wortel tot aan de punt gelijk van dikte en het is recht. De punt van het dekhaar is niet bij alle rassen gelijk en even lang van kleur. De punt varieert van 2 tot 5 mm. Het dekhaar heeft 4 kleurzones , grond, tussen, dek en puntkleur.

Een dekhaar is langer dan de onderharen en beschermt de onderharen tegen slijtage, vocht vuil en vervilting. Ook groeit een dekhaar net als een granhaar sneller dan een onderhaar. Een matte pels met een gebrek aan glans heeft te weinig dek en granharen. Te weinig dekharen geef net zoals te weinig granharen, maakt de pels te slap.

Grannenhaar: is van alle haar soorten het minst aanwezig en is duidelijk van het dekhaar te onderscheiden. Een granhaar is een zeer stevige dekhaar glanzend en heeft 2 kleurzones en is van de wortel ongeveer gelijk van de dikte van een dekhaar. Vanaf de halve lengte wordt het haar aanmerkelijk dikker en loopt in een lange glanzende punt uit. Het ligt in strijkrichting gebogen. Het aantal, lengte en verdeling is door fokkeuzes te beïnvloeden. Zo kan er verschil zitten in rassen maar ook in kleurslagen binnen een ras. Het grannenhaar kan het dekhaar sterk overdekken waardoor verschillende schakeringen ontstaan.

Een granhaar moet stevig en dik genoeg zijn en in de juiste concentratie om de overige haren te steunen anders wordt de pels te slap en komt de thermo functie van het onderhaar niet tot hun doel. Een granhaar heeft een verbinding met een spiertje die de gran kan optillen of dalen om zo de isolatie te sturen. Daarmee heeft de granhaar een zeer belangrijke functie in de pels.

Onderhaar: Dit is een duidelijk matter, korter en dunnere haar dan het dekhaar, is licht gegolfd tot recht en heeft een korte punt. De lengteverhouding tussen onder en dekharen is niet beinvloedbaar door teeltkeuzes. De onderharen hebben een isolerende functie, daarbij is de dichtheid zeer belangrijk. Dekharen zijn het hele jaar in de zelfde hoeveelheid aanwezig bij het konijn maar de massa van de onderharen verschilt per seizoen. De hoofdwaarde van de algehele pels ligt in de dichtheid van de van de onderharen en is afhankelijk van het aantal onderharen op een bepaald oppervlakte. De huid mag bij inblazen niet te zien zijn. Ook mag een onderhaar niet te golvend zijn (wollig aanzien).Wolharen: komen alleen bij Angora konijnen voor. Is dun en zijdeachtig en iedere haar is gegolfd (krabbetjes) De mergcellen van een wolhaar zijn gevuld met lucht in tegen stelling van merg bij onderharen van normaal haar rassen.

Weetjes over de haren van een konijn

De haren van een normaal haar ras zijn schuin ingepland onder een hoek van 45graden. Angora konijnen hebben de haren afhankelijk van de plaats op het lichaam bijna recht uit de huid groeiend. De haren van een konijn met een normaal harige pels (dus met uitzondering van de Angora) groeien in bundeltjes. Dit is op de linker foto duidelijk te zien. Een bundel bestaat uit onder, dek en granharen waarbij de dekhaar omringt wordt door de onderharen. Bij Angora, staan de granharen los terzijde van de groep wolharen (zie afbeedling boven).De verdeling tussen de haren is ongeveer 20 :10 :1 en is sterk afhankelijk van ras, kleurslag in een ras, haarstructuur en fokkeuze. Het kan dus in een andere verhouding zijn en met andere aantallen en afhankelijk van fokkeuzes. Een Angora heeft 1 tot 2% granharen van de gehele pels. De kwaliteit van de pels is sterk afhankelijk van de hoeveelheid onderharen, hoe meer onderharen hoe dichter de pels.Te weinig of te dunne dek en granharen geeft een slappe pels. De stevigheid van de pels kan men controleren door met de vlakke hand tegen de haarrichtig in te strijken. Hierbij valt bij een voldoende stevigheid de pels niet direct terug in oorspronkelijke stand. Hoe langzamer de pels terug valt hoe steviger de pels en waardevoller de pels. Met als opmerking dat een pels met slappe dunne dekharen en te weinig onderharen ook zo kan reageren. Het verschil is te zien voor de kenners (verdeling, dichtheid, hoeveelheid en dikte) of te voelen door de knijpen in de pels en de weerstand te voelen bij het tegenstrijken. Dikke en sterke haren hebben een stevige mergstreng en bij de dunste ontbreekt dit geheel of nagenoeg.


Een konijn heeft altijd het zelfde aantal dek en granharen ongeacht het seizoen. Het aantal onderharen daarintegen is afhankelijk van het seizoen. Onder invloed van de stofwisseling te samen met de omgevingstemperatuur stopt de haargroei, het haar valt uit en in de haarknop ontstaat een nieuwe haar. De verharing begint bij de neus en tussen de schouderbladen (triangel), waarna de vernieuwing verder naar achter toe loopt. Elk konijnenras heeft zijn eigen haartype wat we haarstructuur noemen wat een samenspel is van lengte, dichtheid, zachtheid en glans van dekharen en hoeveelheid onderharen.Een Voskonijn heeft eigenschappen van een normaal harig konijn, de haren groeien in bundeltjes waarbij de onderharen ruim aanwezig zijn en de stevige granharen een zeer belangrijke fuctie hebben omdat dit stevigheid en glans aan de pels geeft.

De haren groeien net als bij een normaal haar ras in een kleine hoek van 45 graden en niet loodrecht uit de huid. De pels 'valt' langs het lichaam en mag niet een luchtige indruk geven. Een pels die min of meer staat heeft te weinig onderharen in verhouding met de dek en granharen en/of afwijkende inplanting en/of de granharen kunnen te hard zijn. Bij het knijpen van de pels in de hand en met het tegen strijken moet een gevoel van volheid waar te nemen zijn. Een gevoel van weerstand bij het tegenstrijken van de pels is een must en de haren mogen niet direct terugvallen in oorspronkelijke stand. Het verschil in lengte tussen de haren mag niet te groot zijn, is dit wel dan zijn de onderharen niet recht genoeg omdat ze dan te golvend zijn en korter worden.

Tekeningen en afbeelding T.D (C) Dit is een studieartikel en is auteurrechtelijk besschermt, overname is niet toegestaan.

Bron: Bijzondere haarstructuren J.Roobol - Kleindiermagazine R.Verhelst. Bij gebruik zonder toestemming wordt verhaalt.